Bosmier

Zo herken je hem

Een vrij grote mier, 6 tot 11 mm.

Donker, roodbruin lijfje, vaak bedekt met rechtopstaande haartjes.

Waar moet je zoeken?

Als je mieren ziet tijdens een boswandeling, is de kans groot dat je met de bosmier te maken hebt. Je vindt hem vooral in dennenbossen en lichte loofbossen.

Wist je dat?

De werksters jagen voor voedsel, maar ze zijn ook veehouders.

Bladluizen zijn hun vee. Bosmieren houden bladluizen gevangen en trommelen met hun voelsprietjes op de luizen om ze te 'melken'.

In plaats van melk komt er dan honingdauw uit, wat mieren heerlijk vinden.

Lievelingseten

Naast honingdauw eten bosmieren eigenlijk alles wat ze in het bos kunnen vinden. Ze eten ook veel insecten op: een gemiddeld bosmierenvolk doodt jaarlijks wel 8 miljoen insecten.

Een knus nestje

De mierenkoningin maakt haar nest boven de grond, vaak met meerdere koninginnen. Deze grote mierenhopen zijn snel te herkennen aan de takjes, bladstelen en dennennaalden waar ze van gemaakt zijn.

Waar komen de baby's vandaan?

De nieuwe koninginnen en mannetjes trekken in juni en juli eropuit om te paren, waarna het mannetje sterft en de koningin een nieuwe kolonie sticht.